Studenten vinden legale software duur

dinsdag 7 april 2009

Houten, 7 april 2009 - Van de studenten in het wetenschappelijk onderwijs
(wo) en hoger beroepsonderwijs (hbo) is 91 procent het eens met de stelling
'Legale software is duur'. Dit blijkt uit een onderzoek dat SURFSPOT.NL, de
ICT-webwinkel voor het onderwijs, liet uitvoeren door TNS NIPO onder hbo en
wo-studenten. Toch is 86 procent van de studenten bereid om legale software
aan te schaffen tegen een redelijke prijs. Op de vraag hoe de studenten aan
hun software komen, gaf 34 procent aan wel eens software te kopiëren van
familie of vrienden. Ook downloadt 19 procent software wel eens illegaal via
internet.

Via SURFSPOT.NL kunnen studenten en medewerkers van universiteiten en
hogescholen voordelig legale software voor thuisgebruik aanschaffen. De
webwinkel heeft jaarlijks 170.000 unieke bezoekers uit het hoger onderwijs.
Jan Bakker, directeur SURFdiensten: "Het is goed om te zien dat studenten
nog steeds bereid zijn een bedrag te betalen voor officiële software. Uit
eigen onderzoek blijkt dat 40 euro hierbij vaak de bovengrens vormt. We doen
er dan ook alles aan om onze producten onder die prijs te houden. Door
software zoveel mogelijk aan te bieden als download kunnen we steeds beter
aan deze eis voldoen."

Online shoppen populair
Aan de respondenten werd ook een aantal vragen voorgelegd over hun aanschaf-
en oriëntatiegedrag. Daaruit blijkt dat het internet een grote rol speelt.
Zo gaven twee van de drie ondervraagden (66 procent) aan dat ze de afgelopen
maand iets online hebben gekocht. 24 procent heeft zijn pc of laptop via
internet aangeschaft. Ook bij het oriënteren voor de aanschaf van een pc of
laptop staat het internet bovenaan. Meer dan de helft (55 procent) van de
studenten geeft aan informatie via dit kanaal te verzamelen.

Onderzoeksmethode
In totaal deden 927 studenten mee aan het onderzoek. De steekproeven zijn
getrokken uit TNS NIPObase, een database met ongeveer 200.000 respondenten.
Het veldwerk is eind 2008 uitgevoerd. De respondenten zijn ondervraagd via
de methode CASI (Computer Assisted Self Interviewing) waarbij de
respondenten zelf de geautomatiseerde vragenlijst invullen.